Om op de hoogte te blijven van de meest actuele kennis rondom de autisme spectrum stoornis, heb ik deelgenomen aan het GGZ congres Autisme bij kinderen. Hier werd ingegaan op de nieuwste inzichten vanuit wetenschappelijk onderzoek en werd o.a. aandacht besteed aan het op tijd signaleren van kinderen met (een verhoogd risico op) autisme, genderverschillen en de route van diagnose tot behandelplan.
Door Nina van den Berg
Autisme wordt in de DSM-V (handboek voor psychische stoornissen; 2014) omschreven als een verzamelnaam voor gedragskenmerken die duiden op een kwetsbaarheid op het gebied van sociale interactie, communicatie, flexibiliteit in denken, bewegen en handelen, in de zintuiglijke prikkelverwerking en op het gebied van filteren van emoties.
Een complexe en brede definitie!
Huidige inzichten spreken liever over Autisme als is een paraplu begrip. Geen twee kinderen met een autismespectrumstoornis zijn hetzelfde en er is sprake van een ontwikkelingsperspectief; klachten kunnen toe- of afnemen in verschillende levensfasen. De oorzaak van autisme ligt waarschijnlijk in een unieke combinatie van factoren vanuit het kind (genen, cognities, emoties en gedrag) en factoren vanuit zijn/haar omgeving (zoals risicofactoren tijdens de zwangerschap of rond/na de geboorte maar ook de huidige leefomgeving) die elkaar wederzijds beïnvloeden. Factoren vanuit de omgeving kunnen dienen als ‘trigger’ waardoor een kind vastloopt op bepaalde gebieden. Last kan bijvoorbeeld ontstaan wanneer er hogere sociale of maatschappelijke eisen gesteld worden. Denk daarbij aan een overgang van basis- naar middelbaar onderwijs of het werkende leven.
Door de kwetsbaarheden en beschermende factoren van een kind te belichten, kan een vertaalslag worden gemaakt naar aanknopingspunten voor behandeling en kan er hulp voor zowel het kind als de omgeving worden ingezet waarbij misschien wel de allerbelangrijkste vragen zijn:
- aan welke factoren kun/wil je iets veranderen?
- (Op) welke kwaliteiten kun je bouwen, vergroten of ontwikkelen?
Door hulp vroegtijdig in te zetten, kan voorkomen worden dat
- de afstand met leeftijdsgenootjes groter wordt,
- gedrags- en emotie problemen toenemen,
- en dat het gezin overbelast raakt.
Al met al gaat het dus om maatwerk. Voor ieder kind ziet autisme er namelijk anders uit; autisme ≠ autisme.